Ik ken dit ras al bijna 30 jaar, vroeger thuis hadden we een teefje, en deze ben ik nooit vergeten. Jarenlang heb ik diverse honden gehad, uit het asiel etc. maar nooit een pup. Nadat we de laatste twee met een tussentijd van 3 maanden hebben moeten laten inslapen, wilde ik eerst een tijdje zonder hond maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan ik had ontzettend heimwee, ik wilde weer een kameraad en nu een pup die ik zelf kon opvoeden, het werd een Ier dit is inmiddels bijna 11 jaar geleden.
Waarschijnlijk omdat de Ier zo op mensen is gesteld en zich makkelijk aanpast en erg houdt van gezelligheid, een echte gezinshond. Een keer de blik van een Ier kennende ben je verloren.Ieder gezinslid krijgt zijn deel in aandacht van onze vriend, de snuit even tegen de knie of het kopje zo manoeuvreren dat deze onder de hand komt. Zoals zijn naam al aangeeft is deze Rode Ier van het groene eiland Ierland. Ierland is blootgesteld aan woeste invloeden van de oceaan, rotsachtig meen ruwe zeewind. De bevolking is hier door gevormd, sober, taai maar tegelijkertijd gezellig. De Ieren zijn een volk gebleven met veel humor. De arme boeren moesten vaak een bittere strijd strijden tegen weersomstandigheden maar ook tegen de Britse pachters. Hun innigste kameraad, de hond, is aan dezelfde invloeden blootgesteld. Zijn ruwharige, dichte vacht (met ondervacht) kwam hier goed van pas. Het heeft hen gemaakt tot een trotse en soms over moedige hond, maar anderzijds ook hartelijk, gastvrij, eerlijk en trouw. Er wordt veel geschreven waar deze Ier zijn oorsprong heeft. Er wordt gezegd dat de Ierse Wolfshond een van de belangrijke voorvaders van de Ierse Terrier is. Deze is vanwege zijn grootte en dus duur in onderhoud gekruist met een Iers hofhondje. De Ier is van oorsprong een jacht/stropershond. Hij is geruisloos, fel, gehard en ontzettend snel. Hij is erg aanhankelijk naar mensen en kan veel van kinderen hebben. Het is een goede erfhond, waaks maar dit betekent niet dat hij een vervelende blaffer is. Het is een hond met een eigen wil en koppig maar laat zich door de genegenheid naar de mens gecombineerd met intelligentie goed opvoeden. Mensen die voor het eerst een hond kiezen moeten hier goed op voorbereid zijn. Een punt hierbij dat de Ier ondanks zijn sterke wil een gevoelig aard heeft. Het is een rustige huishond maar eenmaal buiten bij vrij loslopen een wildebras en een onvermoeibare renner. Hij zal dan ook dagelijks lekker moeten kunnen rennen om zijn energie kwijt te raken. Zijn “racy” en gespierd lichaam verraadt snelheid.
Ze zijn zeer geschikt voor flyball en behendigheid, ze kunnen zelfs vanuit staande positie erg hoog springen. Ze kunnen kort aangebonden zijn tegen andere honden, eenmaal aangevallen vecht hij als een leeuw! Hun bijnaam is dan ook “Dare Devill”. Hij heeft een schofthoogte tussen de 45 a 50 cm, niet groot maar ook niet klein. Nog een typisch iets, de Ier vindt autorijden het einde! Het is een hond waar weinig mee wordt gefokt, hij is, vooral hier in het Noorden, niet erg bekend. Dit maakt deze hond gezond, sterk en raseigen. Het karakter is door de jaren heen erg goed bewaard gebleven. Bij het fokken, wat bijna allemaal via de club gebeurd, wordt goed gelet op de bloedlijnen. Een nest van negen pups (ons laatste nest) die allemaal even vitaal en gezond zijn is tegenwoordig uitzonderlijk! Tot slot een uitspraak van de bekende kynoloog Toepoel: De Ierse Terrier zal nooit populair worden en doorgaan als de hond van de Happy Few te zijn